Papas

Aardappelen, die oorspronkelijk uit Peru (en andere Andeslanden) komen, bestaan er in talloze variëteiten. Er bestaan bijvoorbeeld zoete aardappelen, aardappelen die tijdens het koken uit elkaar vallen tot poeder (zeer geschikt voor puree), en gevriesdroogde aardappelen. Deze werden reeds door de Inca's overdag in de hete zon te drogen gelegd, en 's nachts bevroren ze. Het resultaat is een gekrompen, gedroogde aardappel ter grootte van een boon. Hier wordt het Andes-gerecht carapulcra van gemaakt.

Quinoa

Quinoa komt van nature voor in Zuid-Amerika. De gecultiveerde variant vormt op dit continent al lange tijd een belangrijke voedselbron. Quinoa is rijk aan vitamines B2 en E en de mineralen ijzer, koper en magnesium en bevat geen gluten.

Ají

Behalve aardappelen zijn er naar schatting meer dan 100 soorten Spaanse pepers, in Peru aangeduid met het woord aji. Ze zijn er van uiterst mild, zoals de veelgebruikte smaakmaker aji panca, tot uiterst scherp, zoals de rocoto, die qua vorm en grootte verraderlijk veel op de paprika lijkt.

Olluco

Ulluco wordt veel verbouwd in de Andes. Het is na de aardappel het meest geteelde basisvoedsel. De knollen kunnen wit, groen, geel, oranje, paars of rood zijn. De belangrijkste aantrekkingskracht van de ulluco is de knapperige textuur die zelfs na het koken blijft.

Maiz

Met name in de Andes wordt veel maïs gebruikt, waarvan ook vele soorten bestaan, zoals een paarse variant waarvan drankjes en toetjes worden gemaakt.

Lucuma

Lucuma wordt ook wel 'Inca goud' genoemd en dat is niet voor niets! Deze vrucht bevat namelijk veel vitaminen, mineralen, eiwitten en voedingsvezels. De vruchten groeien aan bomen in het tropisch regenwoud en zijn ongeveer zo groot als een appel. Lucuma is met haar vanille-karamelachtige smaak zeer geschikt om te verwerken in desserts.